Ino liep rustig door het bos. Verderop zag ze iets glinsteren en ze kwam bij het meer uit. Ze keek glimlachend naar de maan die haar licht over het meer liet schijnen. Ino bleef rustig bij de rand van het water staan en keek in het rond. Opeens hoorde ze geritsel en ze draaide zich met een ruk om. Een man stond haar rustig aan te kijken maar Ino vertrouwde het niet helemaal. ''hallo jongedame wat doe jij zo alleen hier snachts?'' vroeg de man. ''eh ik loop gewoon wat rond'' antwoorde Ino wantrouwend. De man keek vriendelijk maar had ook iets eigenaardigs. Ino liep weg van het water en de man liep naar haar toe. Hij deed eerst rustig maar opeens pakte hij Ino bij de nek. Ino schrok zo dat ze er niet eens aan dacht om te teleporteren. ''zo vampiertje dus jij denkt nog te kunnen leven hier he ik dacht het mooi niet'' zei de man en keek Ino strak aan. Ino keek hem met grote ogen aan en verstijfde. De man duwde Ino tegen de grond en hij opende zijn koffer. Hij haalde een prik tevoorschijn en in een snelle beweging prikte hij Ino in haar arm. Ino gilde kort en de man stond op. ''sterf vredig vampiertje'' zei de man grijnsend en ging achter een boom staan. Misschien ging Ino wel hulp halen en dan kon de man nog meer vampieren te pakken nemen. Ino wou gaan opstaan maar opeens hoorde ze een oorverdovende piep in haar oren. ''argh wat is dit?'' vroeg ze aanzich zelf. Ze zakte op de grond en ze sloeg haar armen om haar hoofd. Opeens voelde ze haar lichaam gloeiend heet worden en het had een brandend gevoel. Hoe kon dit nou gebeuren? Wat was die prik geweest? Hoe kon het dat ze hier niet tegen kon? Ino kon niet lang meer tegen die piep het maakte haar gek en het deed pijn net zoals dat brandende gevoel. Ze ging liggen en ademde zwaar. Ze wist niet wat er met haar gebeurde, maar het leek helemaal niet goed.